Mono en 2 fasen verbranding
De Mono-Houtverbranding start meestal met rookverschijnselen, dit komt door het gebrek aan zuurstof gedurende het moment van opleggen van een nieuwe lading stookhout en het bereiken van het vlampunt van hout ±300⁰C, dat ontbranden ligt meestal tussen 250⁰C en de 450⁰C. Dat dit enige tijd duurt zal duidelijk zijn, mede door aanwezigheid van weinig gloeiend houtskool en de verstikkende laag waar het nieuwe stookhout in wordt gelegd. Soms blijven ook stukken onverbrand hout achter in de verbranding van elke houtlading. Tijdens de verbranding zal dit hout veel CO afgeven dat niet zichtbaar doch wel meetbaar is terwijl de ruit, haard en schoorsteen vervuilen. Let ook op de aanslag op de achter binnenwand van de haard. Een groot nadeel is dat bij opstoken met de Zwitserse Top down-aansteekmethode het te lang duurt voordat een vol vuur is verkregen. Samen met het herhaald hout opleggen wat ook extra CO geeft, geeft dit ook meer roetaanslag in de schoorsteen.
Twee-Fasen-houtverbranding start
Bij de Twee-Fasen Houtverbranding start het opgelegde hout volledig aan de onderzijde door de vol-gloeiende houtskoolbedden die zich onderin het rooster bevinden. Zelfs als de vlammen weg zijn kan later gestart worden met de volgende houtlading. Zuurstof krijgt vol toegang tot het opgelegde hout en zelfs tot het houtskool dat zich met een kleine tussenruimte onder het opgelegde hout bevind. Hierdoor kunnen we de verbrandingslucht hoeveelheid sterk beperken. De verbrandingslucht die aan de voorzijde over het houtskool strijkt tot onder het hout wordt tot 900⁰C opgewarmd. U snapt wel dat dit een snelle ontbranding geeft ten opzichte van de mono-verbranding. Het rendement van de houthaard zal daardoor van het begin tot het eind hoog blijven, samen met Rookvrij stoken met Minimale Geuroverlast!. zie ook de NEN Test resultaten.
Door deze beperking van het overschot aan verbrandingslucht leid dit tot een hogere verbrandingstemperatuur en ook minder rookgassen welke de schoorsteen verlaten, zodat ook het rendement hoog kan zijn. (citaat: Ir. J. Koppejan 2010 rapport blad 12 en 13 ,Statusoverzicht Houtkachels in Nederland) Ook leggen de vlammen en rookgassen een langere weg af doordat het hout aan de onderzijde al vol brand, hierdoor wordt bereikt dat de vlammen een geringe hoogte bereiken en gunstig zijn voor de aanwezigheid van een secundaire en tertiaire luchttoevoer.
Wij hebben de brandstrippen van een juiste vorm voorzien, en wel zodanig dat dit wervelingen aan de vlammen en rookgassen zal geven. Dit laatste is zeer gunstig voor de secundaire en tertiaire of hogere gradatie van verbranding. Door de hogere plaatselijke verbrandingstemperatuur welke wel tot 1400⁰C kan oplopen onder het hout (dit in tegenstelling tot de max. 1200⁰C bij mono-verbranding aan de bovenkant) zal het duidelijk zijn dat de emissiewaarden sterk verbeteren en de fijn stof-uitstoot zal dalen. Bovendien is door de snelle start de trek beter doordat de schoorsteen meteen goed opwarmt, en ervoor zorgt dat de trek gehandhaafd blijft gedurende het gehele stookproces. Van CO(dit is onverbrande brandstof of rook) is hier dan ook geen sprake in vergelijk met een mono verbranding. Met een 2 fasen verbranding met een Bottom up-aansteekmethode en hout naleggen op het Winox stookrooster bereikt u de maximale warmte. Het enige dat overblijft is een paar % as van de hele houtlading.